Dit landschap van winterzilver
zou hij teruggekeerd meenemen –
het raam opendraaien en
nieuwe dauw binnenlaten
decemberkoude laten waaien,
frêle lichtstilsel ruimte geven
en het verzameld struikgewas
de bodem van wakend gras
en de gekwetste populieren
zwijgend naar binnen gebaren:
dit bij elkaar, verpakt in papier
zou hij meebrengen voor haar–
maar ze is niet thuis vanavond
ze is nimmer thuis geweest